To journal or not to journal (2)


Als je mij toen ik 11 was had gevraagd waarom ik een dagboek bijhield, had ik waarschijnlijk gezegd: “Omdat ik het leuk vind.”
In de loop van de tijd zijn er wel wat redenen bijgekomen.
 

Vastleggen
Het lijkt nogal veel van het goede om 83.000 woorden in een jaar te journalen, zoals ik vorig jaar deed, maar ik vind het wel een mooi idee dat ik een veelbewogen jaar zo uitgebreid gedocumenteerd heb. Veelbewogen door de opkomst van corona, maar voor mij ook door de verhuizing uit Zeeland na 16 jaar. Daar kwamen veel emoties bij kijken die ik lekker van me afgeschreven heb. En als ik nu lees over onze zoektocht naar een huis, leest het bijna als een spannend verhaal, met net op het nippertje een goede afloop. We wilden in de zomervakantie verhuizen, maar die kans werd steeds kleiner. Tot eind juni het verlossende woord kwam dat we nummer 1 waren geworden bij een loting voor een huurhuis. Het was echt een wonder, en ik ben blij dat ik dat heb vastgelegd.

Mijn journal fungeert soms ook als een externe harde schijf, omdat niet alles in mijn hoofd past. Jaren (of zelfs weken) geleden had ik inzichten, plannen en ideeën die ik nu alweer vergeten ben. Daarom vind ik het handig om soms iets te herlezen. “O ja, ik was van plan om een wandelroute in de buurt te zoeken/ een historische roman te schrijven/ oude foto’s te digitaliseren... ” (de lijst is oneindig)

De dagboeken uit mijn tienertijd zijn soms ronduit slecht geschreven en ik lees ze niet allemaal met plezier en zeker niet vaak, maar soms is het toch wel nostalgisch.
Als ik lees over periodes waarin het minder goed met me ging, kan het pijnlijk zijn om dingen terug te lezen. Maar vaak brengt zo’n tijd ook weer nieuwe gezichtspunten.


Inzicht
Het herlezen van mijn journal vanaf 2016 heeft mede geleid tot mijn besluit om me te laten testen op ADD. Ik zag een terugkerende strijd tegen het dagelijks leven, een steeds weer opnieuw beginnen met goede moed en nieuwe ideeën, en toch steeds weer vastlopen en me afvragen: waarom lukt het me niet, waarom kunnen anderen dit wel gewoon en kost het mij zoveel moeite? En dat ging steeds maar door, in een zichzelf herhalende golfbeweging. Dat gaf mij het inzicht dat er echt iets ‘aan de hand’ was. 
Nu heb ik nog steeds geen diagnose, en ik heb nog regelmatig last van mijn chaotische brein. Maar het hele proces (het onderzoek en een aantal gesprekken met een psycholoog) heeft me wel veel gebracht. Ik heb bijvoorbeeld meer geduld met mezelf en accepteer wat vaker dat mijn hersenen nu eenmaal zo werken.

Soms heb ik iets in mijn hoofd wat, als ik het opschrijf, leidt tot nieuwe inzichten. Ik schrijf gewoon door en op een gegeven moment denk ik: o, zo zit dat dus in mijn hoofd. Er komt een conclusie uit waar ik iets mee kan. Zo ben ik er wel eens al schrijvend achter gekomen dat een gebeurtenis van jaren daarvoor me nog steeds dwars zat en me beïnvloedde in mijn dagelijks leven. Ik wist het onbewust wel, maar had het nooit eerder zwart op wit gezet. Dat gaf me het zetje dat ik nodig had om er met een paar mensen over te bidden, en dat heeft geholpen.
 

Overzicht
Een ander voordeel van journalen voor mij is dat ik zo mijn gedachten en gevoelens op een rijtje kan zetten.
In 2004 schreef ik: ‘Ik moet af en toe iets opschrijven want als ik niet nadenk over mezelf en het leven en dat dan ook opschrijf en voor me kan zien, gaat het niet goed met me.’
Als ik merk dat me iets dwars zit, schrijf ik het op en meestal bedenk ik dan al schrijvend een oplossing, of een manier om het af te sluiten in mijn hoofd. (Soms is er geen oplossing en de enige manier om het van me af te zetten is om te bidden, voor anderen die het moeilijk hebben of voor iets waar ik zelf mee zit.) 
Ik was me hiervan niet echt bewust, totdat een begeleidster van mijn zoon
vorig jaar een methode uitlegde voor als je een ‘vol hoofd’ hebt. Mapjes sluiten. Ze schreef of tekende wat er allemaal in zijn hoofd zat, bijvoorbeeld de verhuizing of de verkoop van zijn drumstel. Daarover praatten ze samen totdat er een punt bereikt was waarop dat onderwerp afgesloten kon worden, in ieder geval voor dat moment. En dan kon het mapje gesloten worden en werd zijn hoofd langzamerhand leger.
Ik dacht: hé, dat doe ik onbewust door het voor mezelf op te schrijven.

Het onder woorden brengen van gedachten en meningen heeft ook als voordeel dat ik ze later in een gesprek beter kan weergeven, waar ik anders naar woorden had moeten zoeken.
 

Schrijven
In 2016 schreef ik: 'Moet zeggen dat het niet meevalt om weer iets te bedenken om te schrijven als het pas een dag geleden is.'
Als ik dat lees, merk ik wel dat ik er nu veel meer aan gewend ben. Ik kan zonder veel moeite oeverloos doorschrijven over wat ik denk, wat er gebeurt, wat ik wil, wat ik van plan ben. Het lastigste is schrijven over hoe ik me voel. Vaak kan ik over moeilijke dingen pas later schrijven, als ik er wat meer afstand van genomen heb. Een punt om aan te werken ;)
Soms omschrijf ik iets in mijn journal in bewoordingen waarvan ik later denk: dat kan ik wel eens ergens gebruiken.
Doordat ik het gewend ben om mijn gedachten op te schrijven, kan ik dat ook vrij makkelijk als het over een schrijfopdracht of –oefening gaat. Ik ben dan eerst al typend aan het brainstormen: waar gaat het over, wie is die persoon, wat gaat er gebeuren?
Maar soms begin ik ook gewoon met wat er in mijn hoofd opkomt, zonder al dat voorwerk, en stroomt het verhaal er ineens uit.
Dat ik door het journalen gewend ben om regelmatig te schrijven, is een groot voordeel voor mij. Het is geen grote stap naar het toetsenbord of het Google-document op mijn telefoon. Schrijven is iets vanzelfsprekends dat ik regelmatig doe. En het hoeft niet altijd ergens over te gaan.
Daar is een mooi citaat over van Louis L’Amour:

Start writing, no matter what.
The water does not flow until the faucet is turned on.


Een voordeel van die 83.000 woorden in 2020 was dat ik regelmatig geen eigen gedachten meer over had om op te schrijven en daarom maar mijn omgeving begon te observeren en beschrijven. Mensen om me heen, de ruimte waarin ik zat, het weer, de natuur. En dat is natuurlijk ook weer handig voor een schrijver om mee te oefenen.
Niet dat ik me nu al een echte schrijver voel. Al wordt er wel eens gezegd: als je schrijft ben je een schrijver, of je nu iets gepubliceerd hebt of niet.
Maar dat is een onderwerp voor een andere keer.

Reacties